Zweetwerkproeven

Een zweetwerkproef heeft als doel het vaststellen van de mate van geschiktheid van de deelnemende honden voor de nazoek op ziek grofwild. Een zweetwerkproef valt onder de categorie veldwerkwedstrijden. Om aan een zweetwerkproef te mogen deelnemen moet de hond de aantekening schotvast of een overeenkomstige buitenlandse aantekening hebben behaald of een officieel SJP diploma. De proef wordt beoordeeld door twee keurmeesters. In totaal zijn er zes verschillende wedstrijdsporen. De lengte van het spoor is afhankelijk van welk spoor men loopt, er zijn sporen van 500 en 1000 meter. Het spoor wordt uitgezet met zweet. Dat is bloed van ree en hert. Tijdens het lopen van het spoor kom de deelnemer wondbedden en verwijspunten tegen. Ook zitten er haken in iedere loop. Dit wil zeggen dat het spoor niet alleen maar recht vooruit gaat maar ook een haakse bocht kan maken. Voor elke deelnemer wordt een afzonderlijk spoor gelegd. Een spoor is 20/24 uur of 40/44 uur oud. De hond moet worden voorgejaagd aan een tenminste zes meter lange, geheel afgerolde zweetriem met zweethalsband of tuig. De loop wordt beoordeeld op de werkwijze, spoorvastheid en spoorwil. Kwalificaties die behaald kunnen worden zijn een U van uitmuntend, en ZG van zeer goed en een G van goed. Verder is er een CAC te behalen dit wil zeggen dat men de volle 100 punten heeft behaald.

Zweetwerkproeven georganiseerd door onze vereniging

Onze vereniging organiseert twee keer per jaar een zweetwerkproef. Eén in het voorjaar en één in het najaar. Informatie over de door onze vereniging te organiseren zweetwerkproeven vindt u op de website en in het verenigingsblad.

Previous Next
Close
Test Caption
Test Description goes like this